Aardappels zijn een enorm populair gewas om te kweken. Niet zo gek ook, want je hebt verschillende varianten en ze zijn enorm veelzijdig. Heb je vroege of middelvroege aardappelen gepoot, dan heb je ze waarschijnlijk al geoogst, of ga je ze binnenkort oogsten. Dan is het natuurlijk fijn dat je weet hoe je ze zo lang mogelijk kunt bewaren. In dit artikel vertellen we je daar alles over.

Meer leren? Kies dan voor een abonnement op De Tuin op Tafel en leer alles over de moestuin!

Met aardappelen kun je tal van heerlijke gerechten maken. Denk bijvoorbeeld aan deze heerlijke preisoep met aardappel of deze smakelijke aardappelbroodjes. Natuurlijk kun je ze ook omtoveren tot een heerlijk, vers frietje. Wat je ook doet met je aardappels, je wil er het liefst bijna het hele jaar van kunnen eten. Door vroege, middelvroege en late aardappelen te poten kom je al een heel eind, maar je moet ze ook op de juiste manier bewaren.

Aardappels oogsten

Het bewaren van je aardappelen, begint direct bij het oogsten. Oogst je aardappelen het liefst op een droge dag, of na een wat drogere periode. Als de grond wat droger is, is het namelijk ook een stuk makkelijker om je aardappels te drogen. Kweek je je aardappelen in een pot, dan is dit makkelijk te controleren. Is de grond toch nat? Dat is niet erg, maar houd er dan rekening mee dat je waarschijnlijk iets langer bezig bent met het verwerken van je aardappels.

Drogen en reinigen

Als je je aardappels geoogst hebt, moet je ze drogen. Door je aardappelen goed te drogen, zorg je ervoor dat er geen overtollig vocht bij je aardappelen komt, waardoor ze gaan rotten. Leg je aardappelen op een beschutte, niet al te lichte plek waar de lucht goed doorstroomt. Heb je veel aardappels, dan kun je ze in kratten opstapelen. Let er dan wel op dat de kratten niet te vol zijn, zodat ze goed kunnen luchten. Zijn je aardappels goed opgedroogd, dan kun je het zand eraf borstelen. Je kunt je aardappels ook wassen direct na het oogsten. Zo weet je zeker dat ze goed schoon zijn. Houd er dan wel rekening mee dat je ze dan een stuk langer moet laten drogen, om rot te voorkomen.

Anderen lezen ook:  De moestuin in september

aardappels

Aardappels bewaren: licht, lucht en temperatuur

Als je eenmaal bij het bewaren van je aardappels bent aangekomen, spelen drie factoren een grote rol: licht, lucht en temperatuur. Belangrijk is dat je je aardappelen op een donkere plek opslaat. Te veel licht kan ervoor zorgen dat je aardappels groen worden. Groene aardappelen kun je niet meer eten en dat is natuurlijk zonde.

Verder is het belangrijk dat je erop let dat je je aardappels op een luchtige plek bewaard. Hierbij is het vooral erg belangrijk dat je ze niet in plastic verpakt, dan kan het vocht namelijk niet weg. Bewaar je aardappelen in bijvoorbeeld een papieren of jutten zak.

Als laatste moet je op de temperatuur letten. Bewaar je aardappelen zo koel mogelijk (tussen de 4 en 10 graden Celsius). De kelder of een koele schuur is hier perfect voor. Bij een te hoge temperatuur gaan je aardappels uitlopers maken. Je kunt ze dan nog steeds eten (snijd de uitlopers wel even weg), maar ze worden er niet lekkerder op.

Kun je aardappels in de koelkast bewaren?

De koelkast is een koele, donkere plek, dus waarom zou je aardappels niet in de koelkast kunnen bewaren? Kort beantwoord: de koelkast is te vochtig voor je aardappelen. Het vocht in de lucht van je koelkast zorgt ervoor dat je aardappelen erg snel achteruit gaan en dat ze ook snel zullen schimmelen. Je kunt ze dus beter buiten de koelkast bewaren.