Gember is een wortelgewas met een scherpe smaak. Het is een enorm populaire smaakmaker in de keuken. Natuurlijk kun je het gewas in de supermarkt kopen, maar eigenlijk is het veel leuker om je eigen gember te kweken. Daar komt echter wel even wat bij kijken. In dit artikel vertellen we je er alles over.
Met gember kun je de lekkerste dingen koken. Van heerlijke curry’s, tot zoete chutney’s en smakelijke kofta’s. En wat dacht je van een heerlijke, verse gemberthee? Meer dan genoeg redenen dus om aan de slag te gaan met gember in de tuin.
Kun je gember telen in Nederland?
Gember wordt geteeld in tropische en subtropische gebieden. De plant heeft het dus graag heel erg warm. In Nederland is het meestal niet zo heel warm, een plekje onder glas (bijvoorbeeld in de kas) is dus eigenlijk een must.
Gember telen is niet heel gemakkelijk, maar het is zeker wel mogelijk! Je kunt de wortel niet zaaien en er zijn maar weinig winkels waar je een gemberknol kunt kopen om te planten. Geen zorgen, een biologisch stuk gember uit de supermarkt volstaat ook prima. Dat is namelijk precies hetzelfde als wanneer je een gemberknol zou kopen! Je kunt het beste een stuk kopen waar al groenwitte knobbels op verschijnen, deze gaan later de uitlopers vormen.
In welke maand moet je gember planten?
Als je gember wil gaan telen, is het vooral erg belangrijk dat je vroeg plant. Begin met het telen rond januari/februari. Gember moet je eigenlijk laten voorkiemen. Je kunt de wortels in een laagje water zetten (en dat regelmatig bijvullen), ze gaan dan uitlopers vormen. Ook kun je ze in een laagje vochtig vermiculiet of perliet leggen. Als laatste kun je ook de knobbels (de beginnetjes van de uitlopers) ook lossnijden. Zorg er dan wel voor dat er nog een stukje wortel aan zit. Leg de afgesneden stukken in een afgesloten bakje op wat vochtig gemaakt keukenpapier op een warme plek. Een goede temperatuur is rond de 28 graden Celsius, zet het bakje dus bijvoorbeeld op de verwarming of in een propagator.
Het kan een paar weken tot maanden duren voordat je gember echt begint met uitlopen, heb dus geduld en wacht rustig af. Heeft je stek een groene uitloper en wat witte wortels, dan kun je deze planten.
Wat heeft de plant nodig om te groeien?
Gember plant je het liefst in luchtige grond. Gebruik bij het oppotten een ruime pot, zodat de plant meer dan genoeg ruimte heeft om te groeien. De potgrond kun je luchtiger maken door er wat grof zand of perliet doorheen te mengen. De moedergemberwortel plant je tot ongeveer half in de grond, of je plant hem net tot onder de grond. Houd de potten met gember binnen tot na IJsheiligen in een warme kamer met veel licht. Na IJsheiligen kun je de plant buiten zetten, maar ga wel eerst aan de slag met afharden. Ze de planten steeds eventjes in de kas en haal ze voor de nacht weer binnen.
De verzorging van de gemberplant
Gember heeft ook wat specifieke verzorging nodig. De plant houd er bijvoorbeeld niet van om te nat te staan. Geef de pot daarom regelmatig water, maar zorg ervoor dat de grond ver genoeg opdroogt tussen de waterbeurten door. Verder is de voeding in de potgrond na een paar weken op. Geef je gemberplant wat biologische moestuinvoeding, een goede laag compost, of geef wat (verdunde) gier. De plant heeft veel voeding nodig, dus houd dit goed in de gaten.
Hoe lang duurt het voordat je gember kunt oogsten?
Gember oogst je pas vlak voordat het echt koud wordt en er kans is op nachtvorst, meestal is dit tussen oktober en november. Haal de planten uit de pot en schrik niet, de gember ziet er namelijk helemaal niet zo uit zoals in de supermarkt! Vers is hij wit of zelfs wat rozig en heeft vrijwel geen schil. De smaak is ook anders, een stuk scherper en zoeter én hij is niet zo houterig. Laat de gember op een droge donkere en luchtige plaats drogen, hij gaat dan wat meer lijken op de gember uit de supermarkt. Overigens is de moederknol na de oogst nog stevig, je kunt deze gewoon goed afborstelen en ook weer in de keuken gebruiken.