Zeekool of Crambe maritima is een kustplant die het ook ontzettend goed doet in onze contreien. De kool is opvallend groen en lichtblauw, de plant is winterhard en keert elk jaar terug. De gebleekte scheuten, die je vanaf maart en april kunt opeten zijn zacht van smaak en doen vaak denken aan artisjok.
Zeekool is een zoutminnende kustgroente die als vaste plant wordt beschouwd. Het is een vaste groente die makkelijk 15 jaar op dezelfde plek kan groeien. Ze komt voor langs de kustlijn van Europa en wordt inmiddels al jaren geteeld om haar gebleekte scheuten, die als een delicatesse worden beschouwd. De kool is stevig en produceert gekartelde bladeren die grijs en (blauw)groen zijn. Jonge scheuten zijn vaak paars, gebleekte exemplaren dan weer geel en wit. De plant bereikt een gemiddelde hoogte van 30 tot 50 centimeter en bloeit vanaf mei en juni met opvallende witte bloemschermen. De bloemen geuren niet of nauwelijks, maar zijn wel ontzettend mooi. Vooral bijen, hommels en vlinders bezoeken de plant dan dagelijks. Met uitzondering van de wortels is zowat de hele plant eetbaar. Je bleekt de scheuten in maart en april, of je eet de jonge bloemknoppen vanaf mei. De smaak is zacht en koolachtig maar doet vaak denken aan artisjok. Je zaait zeekool vanaf maart tot eind mei. Laat de zaden eerst een 3-tal weken voorweken in een bakje met water en zaai vervolgens in zaaigrond waaraan rijnzand wordt toegevoegd. Geef voldoende water en wacht geduldig af, zeekool kiemt namelijk onregelmatig. Je kunt van zeekool ook 5 tot 7 centimeter lange wortelstekken nemen die vrij snel wortels vormen en een stuk sneller aan de groei gaan.