Binnenkort kunnen we weer aan het zaaien. Eerst binnenshuis, later ook in de vollegrond. Toch zijn er een aantal vroege vogels die vanaf februari de grond in kunnen. Denk maar aan vroege voorjaarsgroente zoals erwten, sla, spinazie en zelfs radijsjes. In de kas of in een koude bak doen ze het nu prima. Voorspelt de weerman- of vrouw nog hevige nachtvorst, dan kun je ze beschermen met een vlies-of vriesdoek.
Zaaien in vollegrond doe je zo:
- Hark oppervlakkig om alle onregelmatige brokstukken fijn te maken.
- Bepaal waar je zult zaaien en voorzie genoeg plaats.
- Span een touw van de ene kant naar de andere en trek met de achterkant (steel) van je hark een rechte lijn. Of je gebruikt een houten zaailat.
- Voeg wat fijn wit zand toe om de groeiomgeving luchtig te maken (niet noodzakelijk, maar het stimuleert wel en houdt het geheel langer vochtig).
- Afhankelijk van hoe groot de zaden zijn en of het al dan niet om een lichtkiemer gaat, zaai je de zaden in een geultje.
- Geef elke soort de juiste afstand of zaai dicht op elkaar en dun later uit.
- Schrijf eerst je plantetiketten en zet ze meteen op de juiste plaats, dat voorkomt straks verwarring.
- Maak de geultjes terug dicht.
- Druk lichtjes aan met de handen om maak gebruik van een zaaiplankje waarmee je de zaden kunt aandrukken (opgepast: lichtjes drukken).
- Geef voorzichtig water met een gieter met fijne broes of beter nog, vernevel met een tuinslang om uitspoeling van de zaden te voorkomen.