In een ecologische tuin horen vogels thuis. Ze eten een hoop vervelende insecten op, zorgen voor kijk-en luisterpret en in het voorjaar plezieren ze je met één of twee nestjes jongen. Voorzie wat extra eten, bied ze nestgelegenheid aan en ze worden je beste vrienden.

Charmeoffensief
Als je vogels in je tuin wilt, moet je een charmeoffensief inzetten. Zorg nu en dan voor wat extra voedsel – een struik die bessen draagt, stellen ze ook op prijs -, geef water en voorzie nestgelegenheid zoals een aantal nestkastjes die je op een beschutte plek ophangt. Elke vogel heeft zijn specifieke eisen wat het nestkastje betreft. De ene vogel is groter dan de andere, waardoor de invliegopening sterk verschilt. Observeer je tuin vooraf grondig, kijk welke vogels er naar je tuin komen en bepaal dan welke nestkastjes je ophangt. Merels bijvoorbeeld gebruiken er helemaal geen. Die nestelen meestal in een dichtbegroeide haag.

Water en voedsel
Wat in de zomer een verfrissend bad voor vogels is, wordt in de winter een levensnoodzakelijke drinkplaats. Want net zoals elk levend organisme krijgen ook vogels dorst. Ja, zelfs in de winter. Als waterplaatsen bij (strenge) vorst zijn dichtgevroren, kan een ondiepe schaal met vers water levens redden. Zorg er wel voor dat de vogels er niet in kunnen baden, door er gaas over te spannen. Hun verenkleed wordt dan nat en kan bevriezen, waardoor ze onderkoeld raken en kunnen sterven. Ook het voedsel van Moeder Natuur raakt op in de winter. Vogels die zich te goed deden aan rupsen en slakken moeten nu verplicht op een vegetarisch dieet. Daar hebben ze gelukkig geen moeite mee. Als je ze wat extra voedsel geeft, tenminste. Hang mezenbollen op, koop vogelvoer, week oud brood en geef vers fruit. Appels vinden ze geweldig. Ook een gekookte aardappel, wat rijst (zonder zout!) of een kaaskorstje (niet te veel vanwege het zout) vinden ze ontzettend lekker. Of wat dacht je van vogelcupcakes? Je kunt ze zelf maken en ze zien er leuk uit. Bekijk onze video hier!

Anderen lezen ook:  Zaai weetjes