Wie wil er nou niet zijn eigen bosbessen uit de tuin kunnen plukken? Die sappige bosbessen die je zo in je mond steekt. Heerlijk toch! En het fijne is, het is helemaal niet moeilijk te kweken. 

Praktische tips bosbessen kweken
Strik genomen is alleen de wilde bosbes Vaccinium myrtillus een echte bosbes. In de tuin wordt meestal de blauwe bes Vaccinium corymbosum aangeplant.
Blauwe bessen hebben zure grond nodig. Je kunt de grond zuurder maken door het plantgat met tuinturf te vullen. De bodem moet bovendien goed los zijn en voldoende humus bevatten. Vind je dat te ingewikkeld? Zet je blauwe bes dan in een flinke pot met heidegrond en zeker niet in gewone potgrond! Geef zowel de planten in de volle grond als in potten veel water. In het voorjaar wordt mest met een hoog ijzergehalte op prijs gesteld.
Ook bij blauwe bessen heb je vroege en late rassen. De meeste blauwe bessen zijn zelfbestuivend, behalve ’Spartan’, daar moet je een ander ras bij in de buurt zetten.

Beste planttijd: herfst.
Beste standplaats: een zonnige plek, niet te droog en liefst wat beschut tegen de wind.
Bijzonderheden: heeft zure grond nodig.
Snoeien: knip in het vroeg voorjaar, zo rond februari/maart, alle takken diep terug die in het vorige jaar vrucht hebben gedragen.
Goede rassen: ’Bluecrop’ (eind juli rijp), ’Patriot’ (eind juli) en ’Goldtraube’ (augustus).

Kweek ook je eigen bramen en aalbessen!

Anderen lezen ook:  Herfstframbozen: 5 tips