Het zonnetje schijnt, er staat een licht briesje, overal zoemen insecten en je moestuin staat er prachtig bij. Dan zie je opeens een mooi, wit vlindertje fladderen. Leuk, een koolwitje! Voor je kolen kan dit echter het einde betekenen. In dit artikel vertellen we je alles over het omgaan met de rupsen van het koolwitje.
Meer leren? Kies dan voor een abonnement op De Tuin op Tafel en leer alles over de moestuin!
Over het algemeen vinden we vlinders hartstikke leuk om te zien. Ze brengen een hoop vrolijkheid in je tuin en ze zijn simpelweg prachtig. Ook het koolwitje is een schitterende vlinder, maar als je kolen in je moestuin hebt staan, kom je deze vlinder misschien niet tegen. De rupsen van het koolwitje maken namelijk binnen mum van tijd soldaat van je kolen. Dit is een van de meest voorkomende plagen in de moestuin. Goed dus om je hierover in te lezen.
Het leven van een koolwitje
In de moestuin kom je over het algemeen twee verschillende koolwitjes tegen: het klein koolwitje en het groot koolwitje. De rupsen van het klein koolwitje zijn zacht en groen, terwijl de rupsen van een groot koolwitje geel met zwarte strepen is. Beide vlinders hebben het gemunt op het blad van jouw koolplanten, dat is namelijk waar ze hun eieren leggen. Als die eieren uitkomen, zitten je kolen vol met kleine rupsjes. Die zie je in eerste instantie niet goed, totdat ze beginnen met eten en ze in rap tempo groeien. Dan gaat het erg hard met je kolen.
Gebruik geen gif
Natuurlijk is het vervelend om te zien dat je kolen binnen mum van tijd opgegeten worden door een horde rupsen. Toch is het af te raden om gifstoffen voor deze rupsen te gebruiken. Die gifstoffen komen vervolgens namelijk in je bodem terecht en natuurlijk op je kolen. Je dood daarmee een hele hoop andere insecten en eet die gifstoffen later zelf ook weer op. Er zijn gelukkig een stuk natuurvriendelijkere manieren om de rupsen van het koolwitje te slim af te zijn.
Aan de slag met polycultuur
Heb je genoeg ruimte in de moestuin, dan zou je aan de slag kunnen gaan met polycultuur. Hierbij plant je al je gewassen kriskras door elkaar heen (wel met een doordacht plan!). Dat ziet er niet alleen vrolijk (en misschien een beetje chaotisch) uit, maar het verward ook de koolwitjes. De vlinder moet namelijk eerst een paar keer landen (‘proeven’) voordat hij zijn eitjes legt. Als hij één van je kolen heeft gevonden en vervolgens op zoek gaat naar de volgende, moet hij veel langer zoeken. De kans is dan groot dat hij wegfladdert, op zoek naar een plek waar meer kolen dichter bij elkaar staan.
Je kolen beschermen tegen het koolwitje
Wil je je kolen echt beschermen tegen deze vlinder, op een natuurvriendelijke manier, dan is er eigenlijk maar één oplossing. Je kunt je kolen afdekken met een beschermend netje. Op die manier kan het koolwitje niet bij je kolen en laat hij ze dus met rust. Zo’n tunneltje ziet er natuurlijk wel wat minder mooi uit, maar je kolen zullen het daardoor hopelijk wel overleven. Zo hoef je geen insecten kwaad te doen en kun jij nog steeds genieten van je kolen.