De moestuin geeft niet alleen in de zomer het beste van zichzelf, ook het najaar staat garant voor een geslaagde opbrengst. Het zijn dan vooral de knollen die de oogstmand domineren, samen met kooltjes en pompoenen. In dit stukje hebben we het over rammenas en de iets minder bekende knolcapucien!

Rammenas
Deze radijsachtige zaai je in de zomer om vanaf september en oktober te oogsten. De verdikte wortels zijn vaak rond, maar ook langwerpig en meestal zwart of wit. Daikon is de bekendste variant, die het meest wordt aangeboden in de supermarkt. Rammenas bezit een zeer pittige smaak en is goed tegen verkoudheden en keelpijn. Wie ze oogst verwerkt ze beter meteen. Ze bewaren nog even in de koelkast, maar verliezen snel hun smaak en knapperigheid. Je verwerkt rammenas rauw in salades of je laat ze meegaren in ovenschotels, met onder andere pompoen en spruitjes: heerlijk!

rammenas

Knolcapucien
Mashua of knolcapucien lijkt op het eerste gezicht sprekend op Oost-Indische kers. De plant heeft dezelfde groeiwijze en bladvorm, maar onderscheidt zich door de eetbare, vlezige knollen die je in het najaar kunt oogsten. Je plant de knollen in het voorjaar vanaf maart in potten, op een warme plek en je plant ze pas na de ijsheiligen in de moestuin – knolcapucien is erg vorstgevoelig. Hij is een kortedagplant en produceert pas knollen wanneer de dagen korter worden. Je rooit dus pas voor de eerste nachtvorst. Vroeger oogsten resulteert namelijk in kleine knolletjes. De smaak is vrij pittig en doet denken aan radijs. De structuur is knapperig en vlezig. Je vindt de knollen in een aantal kleurvariaties, maar wit en paars of roze zijn het meest voorkomend. Je verwerkt ze rauw in salades, of je maakt er soep van.

Anderen lezen ook:  De moestuin in januari

knolcapucien