Kervel is een kruid dat je bijna een jaar rond in de moestuin kunt hebben groeien. In het voorjaar en de zomer in openlucht, vanaf het najaar en de winter in de kas. Het is een smaakmaker in gerechten, met een typische zoete, toch milde anijssmaak.
Zaaien
Als je de teelt van kervel slim aanpakt, dan oogst je bijna onafgebroken van april, mei tot oktober of november indien je over een kas beschikt. Zaai buiten in rijtjes en behoud een afstand tussen de rij van ongeveer 20 tot 30 centimeter. Dat werkt later makkelijker tijdens het oogsten. Houd de grond vochtig, het duurt anderhalve week tot twee weken vooraleer de eerste exemplaren kiemen. Zaai niet te diep en probeer de zaaibeurten regelmatig te herhalen om afwisselend en opeenvolgend te kunnen plukken. Zodra de eerste exemplaren tevoorschijn komen, dun je uit tot ze een onderlinge afstand hebben van om en bij de 10 centimeter.
In de tuin
Geef af en toe water en blijf het onkruid de baas. Te veel onkruid neemt essentieel zonlicht weg en fungeert als tussengastheer voor een hoop schimmels en belagers. Want hoewel kervel veel zon schuwt, is zonlicht een belangrijke factor om optimaal te kunnen groeien. Breng meteen ook een laag mulch aan, dat voorkomt verdamping en maakt het kiemen van onkruidzaden haast onmogelijk. Kun je direct zonlicht niet vermijden, zet kervel dan in de schaduw van andere gewassen.
Oogsten & bewaren
Na gemiddeld vijf weken kun je al een eerste keer oogsten. De jonge blaadjes zijn ontzettend lekker en makkelijk te plukken. Haal de blaadjes voorzichtig van de plant met de hand of gebruik een schaar. De blaadjes bewaren kun je nauwelijks, tenzij je ze in een vochtige handdoek wikkelt en ze in het groentevak van je koelkast legt.