Een warm soepje is de perfecte maaltijd voor als je het koud hebt. Het recept is voor 4 personen.
Ingrediënten
Voor de bouillon
– 1 pakje soepgroenten
– 1 soepkip (keukenklaar)
– 3 peperkorrels
– 1 tl zout
Voor de griesknoedels
– 40 g zachte boter
– 1 ei
– 50 g griesmeel
– zout
– nootmuskaat
Verder
– 200 g wortels
– 250 g vastkokende aardappelen
– ½ prei
– 8 bladeren van savooiekool
– 2 stengels bleekselderij
– 1 ui
– 2 el boter
– zout
– peper
Bereiding
Spoel de kip af en dep droog. Doe de kip met peperkorrels, zout en soepgroenten in een pan en voeg zoveel water toe dat alles net onder staat. Laat dit anderhalf uur op middelhoog vuur koken. Schep tijdens het koken steeds weer het schuim af. Roer voor de griesknoedels de zachte boter met het ei schuimig. Voeg al roerend beetje voor beetje het griesmeel toe. Kruid met zout en nootmuskaat en laat circa 15 minuten rusten. Vorm kleine knoedels van het mengsel en laat deze in ongeveer een kwartier in kokend, gezouten water gaar worden. Haal ze uit het water, laat ze uitlekken en zet opzij.
Schil de wortels en aardappelen, was ze en snijd ze in kleine stukken. Halveer de prei in de lengte, was hem en snijd hem in repen.
Was de savooiekoolbladeren, dep ze droog en snijd ze fijn. Was de selderij, maak hem schoon en snijd hem in 1 centimeter brede schijfjes. Haal de kip uit de bouillon, zeef de bouillon en meet 1 liter af. Pel de ui, snijd hem in blokjes en fruit deze in een pan met boter glazig. Voeg de gesneden groente toe, bak ze kort mee en giet de kippenbouillon erbij. Laat alles 15 minuten op een middelhoog vuur koken. Verwijder het vel en de botten van de kip en trek het vlees in kleine stukken. Doe de stukken kip met de knoedels in de soep, warm deze op, breng op smaak en dien op in kommen.