Woon je in de stad en heb je te weinig plaats om een moestuin te beginnen? Dan kun je ook een eetbare pottentuin maken. Op een terras of balkon kun je prima groenten en kruiden kweken. Door je planten het zonnigste plekje aan te bieden, oogst je met succes jouw favoriete gewassen. Maar hoe begin je eraan, welke pot kies je en hoe zit dat met water geven?

Shoppen: houd het beperkt
Een eigen pottentuin hoeft niet peperduur te zijn. Je hebt natuurlijk wel enkele basismaterialen nodig om te starten, maar ook die kun je tot het minimum beperken. Koop niet impulsief en niet te veel. Kijk de kat uit de boom en experimenteer. Investeer in een paar stevige goede potten, een plantschopje, een gieter, wat labels om de planten te merken en een goede potgrond.

Stenen pottentuin: duurzaam en mooi
Een stenen pot oogt mooi, is duurzaam en tijdloos. Bedenk wel dat je je een breuk tilt als de pot eenmaal gevuld is met aarde. Door gebruik te maken van een plateau op wieltjes verlicht je het werk en verplaats je de potten op eigen kracht.

Mos- en groene aanslag
Wie stenen potten in de tuin heeft staan, ziet al snel mos en groene aanslag verschijnen. Zie je wel de charme van zo’n ‘verweerde’ pot, dan kun je de natuur een handje helpen! Wrijf de (terracotta) potten in met karnemelk of yoghurt om snel resultaat te boeken. Heb je het liever netjes en strak, dan reinig je ze het best tijdig met warm water en een reinigingsmiddel, net voor of na de winter.

Plastic pottentuin: goedkoop en licht
Plastic of kunststof potten zijn ideaal op het terras of balkon. Ze zijn licht en dus makkelijk te verplaatsen. En omdat ze meestal goedkoper zijn dan stenen potten, zijn ze erg populair. Bedenk wel dat ze een andere uitstraling geven en meestal minder duurzaam zijn. En ook plastic potten barsten net als stenen potten bij hevige vorst. Dat voorkom je door ze tijdig op te bergen en pas in het voorjaar weer buiten te zetten. Plastic potten houden het vocht meestal langer vast, omdat de structuur veel minder poreus is dan die van stenen exemplaren. Veel zon en hoge temperaturen zorgen er voor dat ze sneller opwarmen, waardoor je meer water moet geven.

Drainage
Heb je eenmaal een keus voor een pot gemaakt, check dan eerst of er voldoende drainagegaten onderin de bodem zitten. Dit is belangrijk, omdat overtollig water dan goed kan wegvloeien en de wortels niet wegrotten.

Welke potmaat kies je?
De juiste potmaat voor je planten, is als goed passende schoenen voor je voeten. Heb je de verkeerde maat, dan kom je in de problemen. Daarom is het zo belangrijk om de pot met de plant te laten ‘meegroeien’. Dat wil zeggen dat je de plant op tijd, maar ook weer niet te vroeg, verpot. Kijk daarbij niet alleen naar de grootte van de plant bovengronds, maar ook naar de grootte van de kluit. Meestal staat de potmaat in de winkel aangegeven in liter. Gemiddeld kom je met een pot van 3 tot 7,5 liter een heel eind; de plant heeft dan gedurende één seizoen voldoende aarde en voeding.

Welke grond kies je?
Potgrond voor je pottentuin kies je zorgvuldig. Het is tenslotte de groeiomgeving voor je planten gedurende een volledig seizoen. Tegenwoordig heb je potgrond in alle soorten. Voor elke plantensoort, van orchidee tot heide, is wel een potgrond voorhanden. Ook voor groenten en kruiden is speciale potgrond verkrijgbaar. Zelf potgrond maken voor je eigen pottentuin kan natuurlijk ook!

Potgrond versus zaai- en stekgrond
Potgrond is ervoor bedoeld om je planten een hele zomer lang te laten groeien. De grond is dan ook voorzien van de nodige meststoffen waarmee je planten een tijdje verder kunnen. Zaai- en stekgrond gebruik je alleen om, zoals de naam al aangeeft, groenten en kruiden in te zaaien of stekken. Deze grondsoort bevat geen of heel weinig meststoffen om de jonge wortels niet te verbranden. Houd deze twee dus goed uit elkaar om problemen te vermijden.

Wanneer geef je het best water?
Planten geef je het beste ’s ochtends of ’s avonds water, als de zon nog niet of niet meer te fel schijnt. Zo voorkom je verbranding van de bladeren en bovendien verdampt het water zo minder snel. Geef de plant ook onderaan water; vermijd water op de bladeren. Ook dat helpt verbranding, schimmels en rot te voorkomen. Geef, wanneer het niet heeft geregend, elke dag water. Dat is absoluut nodig om uitdroging van de grond te voorkomen. Bedenk dat de pottentuin snel opwarmt en ook sneller uitdroogt door de wind.

 Veel plezier met je eetbare pottentuin!