Deze eetbare plant is familie van de amaranten (Amaranthaceae) en behoort in theorie tot de groep met vaste groente. Ze komt nauwelijks voor, in Nederland is ze zelfs een zeldzaamheid geworden.

Wildpluk verboden
In het wild vind je Brave Hendrik vooral in bosrijke gebieden. Toch zijn de aantallen in het wild sterk afgenomen en is wildpluk in veel gevallen al verboden. Gelukkig kun je ze makkelijk zelf kweken. Je zaait ze vanaf maart in potjes, die je eerst een tweetal weken in de koelkast zet. Brave Hendrik is namelijk een koude kiemer en moet eerst een koude periode hebben meegemaakt vooraleer de zaden een teken van leven tonen. Zodra de zaailingen zijn gekiemd en hun eerste echte blaadjes laten zien, kun je ze verspenen in aparte potjes. Je zet ze dan ergens op een beschutte plek tot ze groot genoeg zijn en in de moestuin kunnen worden geplant.

Vers verwerken
Je plukt de bladeren zodra de plant groot en stevig is. De bladeren moeten meteen verwerkt worden en bewaren niet. Of je bleekt de hele plant in het vroege voorjaar met een bleekpot of klok. De plant produceert dan kraakverse gebleekte scheuten die bijzonder rijk zijn aan smaak.

Anderen lezen ook:  Indeling vruchtwisseling