Als er een standaard moestuinhandleiding bestaat, dan zou er bijna verplicht in moeten staan dat dragon tot je basisuitrusting behoort. Het kruid is zo ontzettend veelzijdig, bezit een typische geur en smaak en kan zowel rauw als warm in gerechten worden gegeten. Een moes- of kruidentuin zonder dragon is niet compleet, zeg dat wij het hebben gezegd.

Graag in de zon
Geef dragon een plekje in de zon, het liefst op een voedzame, humusrijke bodem die goed doorlatend is. Zogenaamde natte voeten vindt de plant niet leuk, ze veroorzaken namelijk schimmels. Je kunt extra voeding geven in de vorm van plantengier rijk aan stikstof (N). Laat vooraf ook een flinke portie compost aanrukken om de bodem luchtig te maken. Dragon doet het goed in vollegrond, maar kan ook in potten worden gehouden. Kies dan voor een ruime pot waar onderaan gaten in zitten en een kwalitatieve potgrond.

Niet zaaien, wel scheuren
Dragon wordt in de meeste gevallen niet gezaaid. Je scheurt de oude moederplanten of je koopt meteen plantgoed in een tuincentrum of bij een gespecialiseerde kruidenkweker. Kweek ze voor in potjes en plant ze vanaf eind april, begin mei buiten. Franse dragon is matig winterhard en zal dus bij een zachte winter overleven. Je kunt dragon combineren met andere aromatische kruiden zoals onder andere koriander, rozemarijn en bonenkruid. Of experimenteer met eetbare bloemen.

Over snoeien en de winter doorkomen
Zodra je dragon hebt geplant, moet je hem terugsnoeien tot ongeveer 10 centimeter boven de grond. Meestal heeft een plant een of twee lange stengels die, als je ze niet tijdig snoeit, smal en rechtop zullen groeien. Door ze te knippen zorg je ervoor dat de plant nieuwe scheuten vormt en dikker wordt. Om ze goed de winter door te helpen is het belangrijk om ze te beschermen tegen hevige vorst. Breng stro of bladeren aan de voet van de plant en probeer ze beschut te houden. Snoei ze net voor de eerste vorst tot net boven de grond af. Om de drie jaar dragon scheuren en verplanten zorgt ervoor dat je vitale exemplaren krijgt die niet aan bladproductie inboeten.

Anderen lezen ook:  Daslook of Allium ursinum

Oogsten en bewaren
Je kunt vrijwel meteen oogsten. Pluk niet alleen de blaadjes, maar knip de stengels terug tot gemiddeld 10 centimeter boven de grond. De jongste blaadjes zijn het lekkerst, de iets oudere exemplaren zijn vrij hard en vezelig, maar wel nog te gebruiken in sauzen en soepen. Bewaren kun je de scheuten nauwelijks, vers verwerken is dus de boodschap. Je kunt ze op olie en azijn zetten of je droogt de blaadjes, die helaas een groot deel van hun smaak verliezen.

Franse en Russische dragon
Er zijn twee soorten bekend; de Franse en Russische dragon. De Russische variant is minder geconcentreerd en vrij flauw van smaak. Ik raad aan alleen Franse dragon te gebruiken, die is veel aromatischer en ronder van smaak. Naar de Rus moet je meestal niet omkijken, de Franse daarentegen moet worden beschermd tijdens de wintermaanden en is dus niet helemaal winterhard.

Veelzijdig in de keuken
In salades doet dragon het uitstekend, maar ook in eiergerechten en sausbereidingen is de meerwaarde groot. Gebruik het wel met mate, de intense smaak kan snel overheersen.