Aan het eind van de zomer is het naar jaarlijkse traditie tijd voor pompoenen. De moestuin ligt er vol van en ze beloven elke keer weer veel smaak. De klassieke benadering van een pompoen is oranje, maar wie bekend is met de grote variatie weet inmiddels dat de mogelijkheden eindeloos zijn. Je vindt ze in het geel, groen, wit en er zijn zelfs roze en gestreepte variëteiten te vinden. Ook het gewicht en de vorm van de vruchten verschilt doorgaans van elkaar. Zo zijn er soorten die amper een kilo zwaar worden en andere variëteiten die ruim 600 kilo kunnen wegen. 

Uchiki Kuri
Als je een pompoen zoekt met een zeer unieke en lekkere smaak, dan moet je deze variëteit beslist een kans geven. Hij is opvallend oranje en rood, de schil is matig hard. De vruchten zijn vrij klein en te verwerken in soepen en ovenbereidingen. Ze zijn zelfs uitermate geschikt om kort te bakken in een pan, dat komt de smaak ten goede. De plant groeit snel en is omwille van de kleine vruchten geschikt om in de hoogte te laten groeien.

Australian Greys
Deze variëteit is middelgroot, zeer mooi en uiteraard ook ontzettend lekker. De huid van de pompoen is opvallend grijs, het vruchtvlees dan weer geel. Australian Greys bezitten relatief weinig zaden, wat in dit geval meer vruchtvlees betekent. Je oogst ze aan het eind van de zomer, het liefst voor de eerste nachtvorst. De schil van de vrucht is hard en kan wat hebben, maar langdurige vorst is af te raden. Geschikt voor soep en ovenbereidingen.

Anderen lezen ook:  Dessert met pompoen en cranberry’s

Baby Boo
Een witte variëteit die je zaait vanaf april en oogst aan het eind van de zomer. Vaak al vanaf eind september. De vruchten zijn middelgroot tot groot en bovenaan geribd. Dat geeft ze meteen een mooie vorm en maakt ze ook geschikt om een tijdje te laten liggen. Ze bewaren goed op een donkere en koele plek en zijn uitermate geschikt om in soep en andere bereidingen te verwerken.