Een van moestuins bekendste kruiden is ongetwijfeld munt. Munt is een smaakmaker die je meestal rauw aan je gerechten toevoegt. In een salade zorgt het voor een frisse toets, maar ook in een zomerzoet drankje is het zeer verfrissend. De plant wordt echter als invasief beschouwd.

In de tuin of toch maar in een pot?
Munt groeit op zowat elke bodemsoort. Het is een makkelijk te telen gewas dat weinig eisen stelt. Op zand- en zelfs kleigronden voelt de plant zich optimaal. Ze wordt niet voor niets een invasieve plant genoemd. Munt heeft de neiging hard te woekeren en andere planten te verstikken. Plant ze om die reden altijd in een pot of bak waar ze geen andere planten hinderen in hun groeiproces. Meststoffen geven is uiteraard overbodig.

Scheuren
Je kunt munt zaaien of, beter nog, oude moederplanten scheuren. In een handomdraai heb je nieuwe planten. Vanaf maart tot mei en van september tot oktober kun je ermee aan de slag. Niets groeit zo makkelijk als munt, maak er dus gebruik van. Ga bij vrienden of familie op zoek naar een plant en verdeel ze in drie of vier stukken. Nadat je de plant in de grond hebt gestopt, kun je al na twee of drie weken oogsten.

Over water geven en het zuringhaantje
Als je munt in de grond hebt gestopt is jouw inspanning al bijna ten einde. De plant groeit ontzettend hard, zonder al te veel hulp. Zet je de planten in een pot, dan moet je ze uiteraard wel af en toe water geven. Eén keer per dag wanneer het erg warm is of twee keer per week tijdens vochtige periodes. Munt heeft weinig last van ziekten of belagers, tenzij van roest of het zuringhaantje, een blauw kevertje dat niets liever doet dan gaten maken in de bladeren van de plant.

Oogsten en bewaren
Je kunt munt onafgebroken oogsten van april tot eind september en vaak nog zelfs in oktober. Hoe vaker je plukt, hoe meer scheuten de plant ontwikkelt. Knip de takjes tot net boven de grond af en verwerk ze vrijwel meteen. Je kunt ze een paar dagen bewaren in een glas met water.