Nauwelijks iemand kent pimpernel en dat is zonde. Hij behoort niet tot de klassieke keukenkruiden, maar is daarom niet minder interessant. De blaadjes, die lijken op kleine vleugeltjes zijn ontzettend lekker en kunnen in een handvol bereidingen worden gebruikt. Pimpernel is een doorlevende plant die bloeit met rode bloempjes, in de vorm van kleine pomponnetjes. Geef toe, daar kun je toch niet anders dan vrolijk van worden?

Zaaien & planten
Je zaait pimpernel vanaf eind maart, begin april in een bakje in de kas. Na anderhalve week kiemen de eerste exemplaren die je, zodra ze hun eerste blaadjes krijgen, verplant naar aparte potjes. Vanaf mei kun je ze in de tuin of in een pot planten, aan jou de keuze. Pimpernel wordt in een pot minder groot dan in vollegrond, al is dat verschil te verwaarlozen. Geef ze matig water; laat ze liever wat droger staan dan te nat. Je kunt ook plantgoed kopen bij gespecialiseerde kruidenkwekers of op tuinbeurzen. Ook diverse tuincentra bieden pimpernel tegenwoordig aan.

En verder
Pimpernel groeit uit tot een bossige plant met een overvloed aan kleine blaadjes, geef de plant daarom voldoende ruimte om te groeien. Verwijder af en toe het onkruid en breng eventueel een laag mulch aan tussen de planten, dat voorkomt verdamping en helpt het onkruid de baas te blijven. Vanaf juni en juli bloeit de plant met kleine, ontzettend schattige rode bloempjes die op het eind van een lange bloemsteel komen te staan. Na de bloei knip je de uitgebloeide bloemen af. Blaadjes die te oud zijn kun je tot net boven de grond afknippen. De plant produceert dan namelijk nieuwe scheuten.

Sanguisorba officinalis
Er zijn twee types bekend bij deze plant. Kleine pimpernel of Sanguisorba minor wordt gemiddeld 40 tot 50 centimeter hoog, Sanguisorba officinalis of grote pimpernel daarentegen maakt bloemstelen die anderhalve meter hoog kunnen worden. Die laatste doet het uitstekend in de vaste plantenborder en is uiterst geschikt om in de siertuin te planten, vanwege de leuke bloeiwijze.