Elke groente of elk kruid moet op een andere manier worden gezaaid. Ze hebben specifieke eisen die erg van elkaar kunnen verschillen. De ene soort moet bedekt worden met een laagje aarde om te kiemen, de andere heeft licht of een korte periode van koude nodig om een teken van leven te geven. Wij sommen er enkele op:

  • Lichtkiemers: soorten die je niet onder de grond stopt of bedekt met een laagje grond. De zaden moeten oppervlakkig over de grond worden verspreid. Kortom, de zaden hebben zonlicht nodig om te kiemen. Basilicum is er één van.
  • Donkerkiemers: het meest voorkomend bij groente. Je stopt de zaden in de grond of bedekt ze met een laagje grond. Ze hebben geen zonlicht nodig om te kiemen.
  • Koudekiemers: soorten die eerst een koude periode moeten hebben doorgemaakt vooraleer ze kiemen. Nieuw-Zeelandse spinazie is daar een voorbeeld van of – in de bloemenwereld – Protea, een Zuid-Afrikaanse bloem waarvan de zaden ook eerst een koude periode moeten hebben gehad.
Anderen lezen ook:  Bloembollenjacht