2016 is door de Verenigde Naties officieel uitgeroepen tot het jaar van de boon. Hoera! Op de klassieke sperziebonen is het nog wachten tot mei (na de ijsheiligen), maar met tuinbonen kun je nu al aan de slag. Tuinbonen hebben niet of nauwelijks problemen met koude temperaturen en kunnen dus om die reden al vanaf eind mei en juni geoogst worden. Wij helpen je op weg met deze 5 tips.

  1. Laat tuinbonen eerst een nacht voorweken in water. Daardoor wordt de zaadhuid zacht en kan de boon sneller kiemen.
  2. Zaai de zaden voor in aparte potjes, of plant ze meteen in de kas – waar ze nog sneller zullen groeien. Stop de boon net zo diep als ze groot is, en geef regelmatig water.
  3. Hoewel tuinbonen weinig vorstgevoelig zijn, is het aangewezen om toch extra bescherming aan te brengen wanneer er ’s nachts hevige vorst wordt aangekondigd. Maak daarom gebruik van vlies-en vriesdoek, om eventuele schade te beperken.
  4. Tuinbonen zijn gevoelig aan zwarte bonenluis. Ze kunnen je planten met duizenden tegelijk belagen. Vermijden doe je door vroeg te zaaien, zelfgemaakte biologische preparaten te gebruiken of hopen op een koel en vochtig voorjaar – dan ontwikkelen de luizen zich langzamer.
  5. Je plant tuinbonen op het bed van de peulgewassen. Respecteer de teeltrotatie en kom pas na gemiddeld 4 tot 6 jaar terug op dezelfde plaats.
Anderen lezen ook:  Tuingereedschap opbergen