Wie vijgen zegt, denkt meteen aan zomerzoete vruchten en urenlang kookplezier in de keuken. Ze zijn ontzettend veelzijdig en kunnen je gerechten in een mum van tijd opwaarderen. Vijgen groeien van oorsprong aan de Middellandse zee, waar ze stuk voor stuk 7 meter hoge bomen worden. Maar ook bij ons zijn ze te kweken, als je maar de juiste variëteit kiest en ze een zonnig plekje krijgen aangewezen. Een aantal tips.

1. In een ideale wereld plant je vijgen op een leemgrond die het water goed draineert. Aan natte gronden waar het water lange tijd blijft stilstaan hebben ze een hekel, dat werkt namelijk schimmels in de hand. Maak de grond luchtig met wat compost en geef elk jaar een kleine hoeveelheid koemestkorrel of goed verteerde stalmest, al is dat laatste geen noodzaak. De planten groeien immers in hun natuurlijke omgeving op arme gronden waar weinig of geen voedsel voorradig is.

2. Vijgen kunnen in theorie het hele jaar rond worden geplant, al moeten ze dan wel voldoende afgehard zijn om ze de winter door te helpen. Plant ze bij voorkeur in het voorjaar zodat ze zich goed kunnen aanpassen. Maak een ruim plantgat en voeg compost, zand en wat steenpuin toe. Zet de plant niet dieper dan de pot, dat stimuleert wildgroei aan de basis. Beperk het geven van water tot het noodzakelijke.

3. Scheuten die onderaan de plant worden gevormd, de zogenaamde wildgroei, knip je beter weg. Ook takken die te hard gaan doorhangen verwijder je tijdig. Sowieso hebben vijgenbomen een jaarlijkse snoeibeurt nodig aan het einde van de winter. Haal regelmatig het onkruid weg aan de basis om het overzicht te bewaren. Extra water geven tijdens droge periodes is niet of nauwelijks nodig. De planten af en toe eens goed laten afzien maakt hen net sterker.

Wist je dat?
Aan de Middellandse zee zorgt een kleine wesp voor de bestuiving van vijgen. In onze regio’s komt het beestje niet voor en worden er exemplaren gekweekt die zonder bestuiving vruchten kunnen produceren, zogenaamde parthenocarpe variëteiten.